Vorige week haalden wij al een hoogleraar management aan. Deze week citeren wij graag een hoogleraar ecologie. Het betreft Louise Vet, die naast hoogleraar ook bioloog is. Wij zagen een oproep van haar voorbijkomen, waarin zij oproept ons netheidssyndroom te verbannen.
Misschien bent u bekend met de term tegel eruit, groen erin. De term is afkomstig van de campagne steenbreek die vorig jaar van start ging. Deze campagne moet bijdragen aan meer groen in de Nederlandse tuinen. Als het aan Louise ligt gaan we nog veel verder. Niet de keurige rechttoe rechtaan haag, maar meerdere soorten door elkaar heen geplant die echt niet recht hoeven te staan. Gras hoeft wat haar betreft niet gemaaid in maand mei, zodat paardenbloemen en madeliefjes voor de insecten blijven staan. En alles netjes bij elkaar harken is al helemaal uit den boze.
Uitspraken die voor interessante discussies zorgde aan onze kantinetafel. Want hoe denken wij, De Mannen van Wesseling, hierover? Om eerlijk te zijn krijgen wij hier gemengde gevoelens bij. Hoopjes rommel en ongemaaid gras hoort nu niet bepaald bij het ideaalbeeld van een echte Wesselingtuin. Maar over 1 ding zijn we het roerend met haar eens. Het is slecht gesteld met de biodiversiteit in de Nederlandse tuinen met alle gevolgen van dien. Aan het einde van de kantinetafeldiscussie was 1 ding wel heel duidelijk. Het bevorderen van de biodiversiteit in de Nederlandse tuinen begint wat ons betreft met kennis. En we zijn het met elkaar eens dat de juiste kennis bij veel tuinbezitters nog ontbreekt. Men wil vaak goed doen, maar doet dan onbewust het tegenovergestelde. We komen regelmatig in tuinen die prachtig zijn ingericht met veel groen en toch niets bijdragen aan de biodiversiteit. Zodra we daar onze kennis over delen schrikken mensen. ‘Het is toch groen? Dat is toch goed?’ Is een veelgehoorde reactie. Was het maar zo simpel. Wat mensen vaak niet weten is dat er veel schijnbloemen in de tuin pronken. Dit zijn bloemen die er prachtig uitzien maar geen enkele voedselwaarde hebben, omdat stampers ontbreken en er dus ook geen stuifmeel verzameld kan worden. Bijen en vlinders hebben daar niets aan. Voorbeelden daarvan zijn de boerenhortensia, de Mandevilla en de zogeheten gevuld bloemige, zoals de trosanje. Men struint de tuincentra af op zoek naar wat mooi is. Steeds vaker zien we uitheemse soorten die de tuinen sieren. Prachtig om te zien, maar weinig functioneel. Deze soorten komen uit hele andere gebieden, waar hele andere insecten leven. U moet het zo zien, de natuur heeft de bloemetjes en de bijtjes perfect op elkaar afgestemd. De in Nederland levende insecten zijn anders gebouwd dan buitenlandse insecten. Die passen daarom niet bij de buitenlandse bloemen. Bijvoorbeeld omdat de bloemkelk te diep is, of omdat ze de infraroodkleur van de bloemen niet kunnen zien. Deze afstemming luistert zo nauw dat het zelfs binnen Nederland per gebied al kan verschillen. In het Noordoosten van ons land komen andere insecten voor dan in het Zuidwesten van ons land. Maar het gaat nog veel verder dan dat. Niet alleen bijen, vlinders en vogels zijn afgestemd op de inheemse soorten. Ook het bodemleven is volledig afgestemd op inheemse soorten. We hebben het hier over duizenden beestjes, schimmels en bacteriën waar we niet zonder kunnen maar die wel dreigen te verdwijnen met de opkomst van exoten in de tuin.
Om terug te komen op mevrouw Louise Vet, we zijn het dus met haar eens dat slechts een tegel vervangen door een stukje groen ook de oplossing niet is. Wat ontbreekt is de vraag die daarbij gesteld moet worden: Welk groen?
Als kennishovenier adviseren wij onze klanten daar standaard over. We kijken samen naar een mooie mix tussen inheemse en uitheemse soorten. We zoeken samen naar een plekje in de tuin die wel lekker rommelig mag blijven, of waar we een composthoop mogen maken.
We hangen nestkasten op voor diverse vogelsoorten en we creëren plekken waar tuindieren zoals bijen, insecten en ook egels kunnen overwinteren. Of zoals Ad als verwijzing naar Louise Vet zou zeggen: ‘Wat een vet(te) tuin!’
Alles bij elkaar lijkt het een hele klus om rekening te houden met de biodiversiteit in eigen tuin. Toch zijn er een aantal eenvoudige dingen die u zelf heel snel kunt realiseren.
Daarom hier een opsomming van zes dingen die u dit weekend al kunt doen om de biodiversiteit in uw tuin te bevorderen:
1. Vraag het ons!
Bent u geen klant? Ook dan adviseren wij u ook graag. Bent u bijvoorbeeld verliefd geworden op een prachtige plant en wilt u weten of deze bijdraagt aan een gezonde biodiversiteit? Vraag het ons! Ook voor andere tuinvragen kunt u altijd bij ons terecht. Gebruik onze sociale media. U kunt ook het contactformulier van onze website gebruiken.
Want alleen samen kunnen we zorgen voor de terugkeer en het behoud van een gezonde biodiversiteit.
2. Doe de tuinverlichting ’s nachts uit, zodat nachtdieren als nachtvlinders en vleermuizen niet worden verstoord in hun bioritme. Zelfs uw planten zullen beter groeien wanneer u het licht uitlaat. Ook zij hebben een bioritme.
3. Koop een zaaipakket met bijen- of vlindermengsel en kies een hoekje tuin of balkon dat er lekker wild en fleurig uit mag zien
4. Bouw een insectenhotel of vogelhuisje. Er zijn online veel voorbeelden te vinden. Onder andere op de website van
Natuurmonumenten
5. Laat het gras dit weekend maar staan. Geniet in plaats daarvan van het lekkere weer waar we zolang op hebben gewacht.
6. Geef de robotmaaier ook haar nachtrust. Ze verstoort nachtdieren als egels in de tuin.
Vond u dit een een interessant artikel? De artikelen hieronder interesseren u vast ook:
Naar het overzicht 
